Herinneringen van H.O.G. leden: Voordat alle wegen verhard zijn

Roberts Jones maakte een inspirerende en emotionele trip door het hart van het Afrikaanse continent.
“Wil je dood misschien?” Mijn moeder is een sterke vrouw, maar de moed die ze nodig had om zo’n zwaarwichtige vraag te stellen aan haar jongste zoon kan ik me moeilijk inbeelden. We hadden net mijn Road King uit 2008 afgezet aan de kade in Newark, New Jersey en een maand later zou ik hem ophalen in Engeland om de reis van 30.000 km door Oost-Afrika naar Kaapstad te maken. Ik wist niet hoe ik haar vraag moest beantwoorden. Ik bedacht een paar clichés, maar ik kreeg niets over mijn lippen. Haar vraag bleef in het ijle hangen.
Maar om eerlijk te zijn, heb ik geen doodswens, zo extreem of cool ben ik niet. Toen ik mijn Harley® vijf jaar geleden kocht, kon ik nog niet eens rijden met een motorfiets. Ik leerde het die zomer tijdens een kriskrasreis door de Verenigde Staten. De volgende zomer reed ik met mijn Road King® naar Alaska en twee jaar later naar Argentinië. Na elke trip werd mijn onverzadigbare reislust alleen maar groter. Het enige waaraan ik kon denken was mijn volgende tocht.
Harleys zijn machines die overal kunnen rijden, maar Afrika? Ik gaf mezelf vijf dagen om Londen uit te rijden en over de Europese snelwegen naar Oost-Turkije te razen. Met uitzondering van een paar vrachtwagenchauffeurs waren er op de ferry naar Egypte bijna alleen Syrische vluchtelingen. Dat bracht alles weer in perspectief: mijn vriend Rick en ik vertrokken voor ons plezier op reis door Afrika, in de hoop nieuwe plaatsen te ontdekken en soms een beetje gevaar tegen te komen, terwijl kinderen hier speelden op kartonnen dozen met daarin hun hele familiebezit, zich onbewust van het feit dat hun leven onherstelbaar veranderd was. We zaten op een schip met families die op de vlucht waren voor een oorlog. De komende maanden kwamen we veel menselijk leed tegen, vaak rauw en onverbloemd.
Het rijden in Egypte was mooi en leek veilig. Ik kon een aantal plaatsen wegstrepen die ik al sinds mijn kinderjaren wou zien: de grafmonumenten in de Grote Piramide, Luxor en Abu Simbel. Maar het hoogtepunt was het duiken naar het wrak van de Thistledorn op 30 meter diepte in de Rode Zee en het zien van een laadruimte vol met verroeste BSA’s en Triumphs uit de Tweede Wereldoorlog. Later op het balkon van ons hotel in Caïro keek ik naar mensen die ‘s avonds op straat kwamen om een beter leven te eisen.
De weg naar Soedan was gesloten, dus moest ik de nacht doorbrengen op het dek van de ferry. Toen we eenmaal in Soedan waren gaven de uren in het zadel en de uitgestrektheid van de Sahara ons voldoende tijd voor zelfreflectie. Ik was bijna aan het mediteren, diep in gedachten over wie ik was en wat ik wilde worden.
In het begin was het een beetje wennen om als Amerikaan op een Harley® door Soedan te reizen, maar ik kwam alleen warmte en gastvrijheid tegen. Als ik de plaatselijke bevolking voorzichtig vertelde dat ik een Amerikaan was, begonnen ze me de hand te schudden en “Obama” te roepen, intussen goedkeurend knikkend.
Ik had één conflict met Soedanese soldaten, nadat Rick en ik allebei een vreemd gevoel kregen bij een checkpoint. We knikten heimelijk naar elkaar en reden vlug weg, maar helaas had de derde rijder in onze groep, Rob Roy, onze signalen niet begrepen en hij zat vast met op hem gerichte getrokken pistolen. Na twintig minuten reden we terug om hem op te halen, maar het leger was terecht boos op ons en onderzocht onze bagage. Bij het zien van mijn Amerikaanse paspoort onderzocht de politie de camera op mijn helm, omdat ze dachten dat ik een spion was. Na een uur liet de kapitein ons toch vrij. Maar eerst keek hij me recht in de ogen en zong een Arabisch lied dat me tot in mijn ziel raakte.
Toen ik mijn reis van Londen naar Kaapstad aan het plannen was, kon ik de meeste Afrikaanse landen niet eens aanduiden op de kaart. Van sommige landen had ik nog nooit gehoord, maar Ethiopië, dat kende ik wel. Ik had als kind naar We Are The World gekeken en ik had mezelf voorbereid op het zien van zieke kinderen bedekt met vliegen buiten bij hun lemen hutjes.
Een beetje wereldse onwetendheid is aangeboren voor de meeste Amerikanen, maar elk idee dat ik had over Ethiopië was compleet verkeerd; het was adembenemend.
Op sommige momenten was het perfect rijden in Ethiopië, met prachtige pas geasfalteerde kronkelwegen in het hooggebergte, die uitkeken over rijk gevulde landbouwgronden. Ethiopiërs zijn arm, maar over het algemeen zijn de mensen in Ethiopië vrolijk, gezond en welvarend. Bij het horen van mijn Harley liepen kinderen in voetbalshirts van Chelsea naar de kant van de weg, waar ze met een brede glimlach naar ons stonden te wuiven. Ik ben nog nooit zo blij geweest dat ik er zo compleet naast zat.
Maar toch kan rijden in Ethiopië gevaarlijk zijn: ik miste maar net een paar kinderen die de straat opliepen, zonk weg in het pas aangelegde asfalt en kreeg door kinderen stenen naar me gegooid alsof dit hun dagelijkse vrijetijdsbesteding was. Maar mijn grootste zorg waren de dieren die vrij op straat rondliepen. Op mijn eerste dag in Ethiopië botste ik met behoorlijke snelheid tegen een ezel aan, waardoor ik van mijn motorfiets viel. Ik kreeg geen lucht meer en mijn rechterelleboog schreeuwde van de pijn. Ik wiebelde met mijn vingers en mijn tenen en alles was in orde. Mijn motorpak had me goed beschermd en ik kwam er met een paar bulten en blauwe plekken van af. Maar mijn motorfiets lag op zijn kant, met kapotte lichten en het voorspatbord verfrommeld tegen de band. Dat zag er niet goed uit.
Het nieuws verspreidde zich snel in het dorp en al snel werd ik omringd door mensen. Eén man begon te schreeuwen, maar toen hij zag dat ik bont en blauw was en dat de ezel de schaduw was gaan zoeken onder een boom, hielp hij me mee de motor van de weg te halen. Gelukkig hadden de valbeugels zoals beloofd bescherming geboden en al gauw startte de motorfiets weer. Een paar goed gemikte trappen tegen het voorspatbord en het voorwiel kwam weer vrij. Ik vroeg de dorpsbewoners naar de toestand van de ezel, maar niemand sprak Engels, dus bootste ik het geluid van een ezel na, terwijl ik mijn duim ophoog stak. Een vrouw lachte ongemakkelijk en de man die me had geholpen om mijn motorfiets recht te zetten, keek me aan alsof ik niet goed bij mijn hoofd was. Gelukkig kwam Rob Roy voorrijden met de mededeling dat het tijd was om te vertrekken.
De dag werd almaar slechter. Op een stuk slecht onderhouden grindweg van 60 km reed ik in een kuil, waarbij de leidingen van beide achterschokdempers losschoten. De hydraulische vloeistof spoot in het rond. Zonder schokdempers rammelde het spatbord los en toen ik stopte om het eraf te halen, pikte een groep Ethiopische kinderen een paar dingen van mijn motorfiets. Na zonsondergang viel ik met mijn motor, waarbij mijn voet kwam vast te zitten tussen de zijkoffer en een rots en mijn rechterenkel en -knie verzwikt raakten. Die avond was ik blij dat de dag voorbij was en kroop ik opgelucht in mijn slaapzak.
De volgende ochtend werd ik wakker met een stijf been, maar ik keek er naar uit om weer op de motorfiets te zitten en meer van het land te ontdekken. De rit van centraal Ethiopië naar Lalibela was overweldigend. Ik kreeg tranen in mijn ogen toen ik bedacht hoe gelukkig ik was dat ik leefde en dit bijna perfecte moment mocht beleven, zonder één gedachte in mijn hoofd behalve de weg die voor me lag. Die gevoelens duurden maar een paar minuten. Ik weet dat ik precies ben waar ik moet zijn en dat ik op een bepaalde manier verbonden ben met bijna alles.
Ethiopië is een land van contrasten. De wegen behoren tot de mooiste waar ik ooit op gereden heb. De bergen zijn adembenemend en de kinderen stralen blijdschap uit. Een tip: ik ontdekte dat je het spervuur van steentjes kunt indammen als je heel snel hun opgewonden wuiven beantwoordt.
Het was tijd om te zien wat Kenia in petto had. De A2 in Noord-Kenia is het laatste deel van de onverharde weg op de route van Cairo naar Kaapstad. Jammer genoeg wordt de weg aangelegd en zal hij over een jaar helemaal geasfalteerd zijn. Maar je kunt dan wel van Londen naar Kaapstad rijden zonder je motor vuil te maken.
Toen ik door Zuid-Amerika reisde, legde ik duizenden kilometers op zand en grind af zonder enig probleem. De A2 leek me niet slechter dan deze wegen, maar hij liet wel zijn sporen na op mijn motorfiets. Het noordelijke deel van de weg bestond uit een dikke laag modder. En mijn motorfiets, mijn spullen en ikzelf wogen samen meer dan 500 kg! Gelukkig zagen een paar dorpelingen me tot aan de assen in de modder vastzitten en waren ze zo aardig om me eruit te duwen.
De modder maakte uiteindelijk plaats voor zand. Tegen mijn intuïtie en blijkbaar ook tegen de wetten van de fysica in, is een 350 kg wegende Road King met een laag zwaartepunt en een paar centimeter speling een kick-ass in het zand. Ik keek al uit naar de diepe stukken waar de aluminium steunplaat die ik had bevestigd aan het frame een soort slee werd en de achterband me erdoor duwde. De kleine speling was een redder in nood, maar mijn onervarenheid in zand kostte me bijna het leven. Het vergde honderden kilometers rijden in zand en grind om te leren dat ik gas moest blijven geven, zelfs als de motorfiets grillig wordt, waardoor ik een paar spannende momenten meemaakte.
Na het lange stuk in het Keniaanse zand kwamen de ‘wasborden’: elke bout die niet in de fabriek gemonteerd was, trilde los. Ik wijt een groot deel hiervan aan gebruikersfouten. Ik had de motorfiets maar vaker moeten controleren. Uiteindelijk liet de bout die de vering vasthield los. Het gewicht van mijn bagage duwde het achterspatbord tegen het wiel aan en de veroorzaakte wrijving liet het zadel dat op het spatbord zat smelten. Ik was opgelucht dat alleen het zadel smolt en geen elektrische onderdelen. Zonder vering rammelde zelfs de hoofdzekering die naar het zekeringskastje leidt uit elkaar door de zware schokken. Hij sprong niet, maar schudde gewoon uit elkaar, waardoor de stroom uitviel. Ik denk dat de motorfiets me een SOS stuurde. Want op dat moment ontdekte ik dat er olie uit een klein gaatje van het carter lekte. Ik was zo’n honderdvijftig kilometer verwijderd van de dichtstbijzijnde garage en God weet hoe ver van de dichtstbijzijnde Harley® dealer, terwijl er olie lekte uit de motor. Dit was niet goed!
Ik ben niet technisch aangelegd, maar onderweg heb ik geleerd om problemen met de motorfiets op te sporen. Ik had een reservezekering bij me en een snel drogende emulsie van vloeibaar staal van Rob Roy dichtte het lek in het carter. Later vond een uitzonderlijk hulpvaardige monteur een passende bout die mijn probleem verhielp.
Terug op het asfalt, in het westen van Kenia, had ik een ontmoeting van een paar minuten met de grootmoeder van president Barack Obama, Momma Sarah. Ze stelde een paar vragen via een tolk over mijn reis en mijn Harley. ’s Middags wandelde ik door het Keniaanse dorpje waar de vader van mijn president is opgegroeid, intussen bedenkend hoe klein de wereld is.
In Oeganda rijden was verschrikkelijk. Af en toe reed ik een tegenligger tegemoet die een andere auto aan het inhalen was op een smalle tweebaansweg. Overal in Oeganda worden motorrijders straal genegeerd. Tientallen keren per dag duwden vrachtwagens en terreinwagens me bijna van de weg. In Tanzania werd het zo erg dat ik waterflessen begon te gooien naar de vrachtwagens die me tegemoet reden. Maar mijn tevreden gevoel maakte snel plaats voor het besef dat ik op het platteland van Tanzania was zonder water, stom.
In Rwanda was ik tot tranen toe geroerd door de gedenkstenen voor de genocide van 1994. Ik sprak met een aantal vrijwilligers van het Vredeskorps die hun ongerustheid uitten dat de etnische spanningen die de eerste genocide veroorzaakt hadden, weer kunnen opflakkeren.
Ik wilde dat ik meer tijd had om Tanzania te verkennen, maar ik moest snel zijn, omdat ik had afgesproken met mijn vriendin Bridget in Lusaka, Zambië. Na vier maanden zonder elkaar kon ik niet wachten om haar te zien. Ze is geweldig en ik ben zo blij dat ze me kon vergezellen tijdens deze reis.
We brachten vijf ongelooflijke weken door in zuidelijk Afrika. We bezochten alle gebruikelijke toeristische attracties: safari’s naar de grote vijf in Botswana, Victoria Falls, witte haaien in Zuid-Afrika en nog veel meer, maar vooral onze belevenissen toen we de geijkte paden verlieten zal ik me blijven herinneren: toen we een katje probeerden te redden in Zimbabwe, de man in een tankstation in Namibië die een handvol edelstenen probeerde te verkopen en het ontzagwekkende spektakel als de zon onderging in de duinen van Skeleton Coast. Na een maand en duizenden kilometers samen, vroeg ik Bridget ten huwelijk op het zuidelijkste puntje van Afrika, Cape Agulhas. En natuurlijk stond mijn motorfiets centraal op de foto’s van mijn huwelijksaanzoek!
Ik heb ervan genoten om op mijn Road King® rond de wereld te rijden. Hij heeft me overal gebracht waar ik wilde zijn, zonder enige beperkingen. Natuurlijk heb ik onderweg bulten en blauwe plekken opgedaan, naast verzwikte enkels en knieën en een gebroken schouderblad in Ecuador, maar mijn Harley blijft rijden met nauwelijks een klacht.
Nu kan ik eindelijk de vraag van mijn moeder beantwoorden. Nee, ik wil niet dood. Ik ben gewoon op zoek naar het zeldzame moment dat ik alleen kan beleven op mijn motorfiets: met een leeg hoofd, zonder zorgen en met het gevoel dat ik precies daar ben waar ik moet zijn, met alles en iedereen verbonden op hetzelfde moment, op weg naar een nieuw avontuur.